Soms word je wakker en dan weet je het: vanavond eten we kipragout met rijst. Het is heerlijk Hollands, megasimpel om te maken, maar toch voel je je net een echte kok als je de roux staat te roeren. Ik kook altijd een dubbele portie (dus voor 8 personen in plaats van voor 4 personen), zodat ik ook mijn ouders wat kan brengen (en dan nog houd ik over om in te vriezen). En hoewel mijn moeder dit vroeger nooit zelf maakte, vind ik het maken van kipragout toch iets heel nostalgisch hebben.
Ingrediënten (voor 8 personen):
2 kilo kip (drumsticks of bouten of een hele kip)
800 gram champignons in stukjes
5 laurierblaadjes
5 kruidnagelen
3 kippenbouillonblokjes
200 gram boter
150 gram bloem
15 gram peterselie
Doe de kip in een grote pan en vul het aan met water, zodat de kip onder staat.
Doe er de laurierblaadjes, kruidnagels en kippenbouillonblokjes bij.
Laat dit allemaal zo’n 2 uur zachtjes gaar worden tot het vlees dus bijna van de botjes valt.
Haal de kip uit de bouillon, laat alles afkoelen en verwijder de botjes en het vel. Meestal is de kip dusdanig gaar dat hij vanzelf in stukjes uiteen valt, anders even in stukken snijden. Verwijder de laurierblaadjes en de kruidnagelen uit de bouillon.
Smelt in een pan met dikke bodem 50 gram boter en bak hier de champignons in.
Haal de champignons uit de pan (en doe ze even bij de kip).
Smelt nu in dezelfde pan de rest van de roomboter en roer hier beetje voor beetje de bloem bij (roeren met een garde is het handigst en zet het vuur niet te hoog) tot er een stevige massa ontstaat. Hier roer je nu beetje voor beetje (dus steeds een grote soeplepel vol) bouillon bij en je blijft roeren met de garde. Op den duur ontstaat vanzelf een dikke saus.
Hier doe je de kip en de champignons bij.
Op smaak brengen met zout en peper en fijngesnipperde peterselie.
Ik vind het zelf altijd erg lekker met rijst, maar je kan ook van die heerlijke, foute jaren-70 ragoutbakjes kopen bij de supermarkt.